top of page

"Elke tien dagen wordt er een vrouw vermoord door haar (ex-)partner"

Het cijfer van het aantal vrouwen die te maken krijgt met intimidatie ligt nog steeds ontzettend hoog. Dit is niet alleen een Nederlands probleem, vindt Sahar Afzal. Zij is vrijwilliger bij UN Women, een internationale organisatie voor de gelijkheid en kracht van vrouwen. Seksuele intimidatie en straatintimidatie zijn wereldwijde problemen. Toch kan Nederland nog veel dingen doen om het aantal slachtoffers te verminderen. Het eerste probleem is volgens Afzal dat het nog niet genoeg duidelijk is in Nederland dat het echt een probleem is en dat er iets aan moet worden gedaan. "Wij zijn in Nederland bepaalde dingen normaal gaan vinden. We vinden het bijvoorbeeld normaal om niet alleen naar huis te fietsen of om te doen alsof je met iemand aan het bellen bent terwijl je 's avonds over straat loopt." De bewustwording dat dit überhaupt een probleem is, is ontzettend belangrijk. Pas wanneer die knop omslaat bij mensen, kan er ook daadwerkelijk een beleid gemaakt worden dat het probleem tegen gaat. 

Een ander aspect waar het toch nog misgaat, is de opvoeding. "Natuurlijk zegt niemand: 'Ik ga mijn zoon opvoeden om vrouwen achterna te zitten', maar we hebben in Nederland toch nog wel een traditionele opvoeding", legt Afzal uit. Ze duidt dan bijvoorbeeld op het speelgoed dat kinderen krijgen en wat ouders ze meegeven. Ook worden vooral de meiden aangesproken wanneer ze uit gaan. Er worden dan dingen gezegd als: 'zorg dat je niet alleen naar huis fietst', stuur me een berichtje als je veilig aangekomen bent', of 'trek maar een lange broek aan in plaats van een kort rokje'. Door dit te doen, wordt het probleem bij de vrouwen neergelegd, terwijl het helemaal geen vrouwenprobleem is. “We zijn niet genoeg bewust van het feit dat we tegen jongens moeten benoemen ‘je moet goed zijn tegen vrouwen'. Het lijkt namelijk logisch dat jongens het niet doen, maar juist de bewustwording is ontzettend belangrijk. Zo leg je het probleem ook bij de mannen en niet bij de vrouwen." 

Wat ook erg problematisch is volgens Afzal, is dat bepaalde bevolkingsgroepen de schuld wordt gegeven. "Het is overal een probleem. Het is een mannenprobleem! Bij de rechter wordt vaker gezegd ‘dit is een cultuur die we ons land in hebben gehaald, daar moeten we vanaf’. Maar zo zit het niet. De daders hebben niet een bepaalde culturele achtergrond, het gebeurt overal."

 Het recht schiet te kort

De stap om aangifte te doen van straatintimidatie en zelfs seksuele intimidatie ligt voor veel vrouwen nog te hoog. Nelleke Nuwenhoud, advocaat bij Van Driem Advocaten, bevestigt dit beeld. Het advocatenbureau waar zij werkt behandelt namelijk vaak vrouwen die seksuele intimidatie hebben meegemaakt. “Je ziet dat er uiteindelijk heel weinig zaken voor de rechter komen. En als er dan een zaak voor de rechter komt, wordt de dader in weinig gevallen echt gestraft”, vertelt Nuwenhoud. Volgens de advocaat denken vrouwen dat ze toch niet kunnen bewijzen dat het gebeurd is, omdat ze alleen was met de dader en niemand anders erbij had als getuige. Dat zorgt voor weinig aangiftes. Een andere reden dat vrouwen geen aangifte doen, is omdat ze bang zijn voor hun reputatie. “In de meeste gevallen kennen ze de dader. Als zoiets dan naar buiten komt, zijn de bang voor de reacties. Ook zijn ze bang voor de reactie van de dader. De dader kan namelijk gaan zeggen dat zij degene was die het aanstichtte”, legt de advocaat uit uit. Nuwenhoud vertelt dat maar 70% van de zedendelicten wordt gemeld bij de politie en dat van maar de helft van deze meldingen ook echt aangifte wordt gedaan. “Bij verkrachting wordt er maar in 37% van de gevallen aangifte gedaan, waarvan dee helft wordt geseponeerd door gebrek aan bewijs. Van de aangiftes die wél door de rechtbank worden behandeld, leidde dat in 102 gevallen tot een veroordeling in 2019.” 

Het is volgens Nuwenhoud ontzettend belangrijk dat slachtoffers hun gelijk krijgen. “Slachtoffers willen dat er erkent wordt wat er met hun gebeurd is. Ik denk dat het ook heel belangrijk is dat de dader gestraft word.” De straffen voor seksuele intimidatie (aanranding, betasten of ongewenst zoenen) vallen niet zwaar. Meestal is het een taakstraf in combinatie met een korte gevangenisstraf. “Ik denk niet dat deze straffen echt een afschrikwekkend effect hebben” zegt Nuwenhoud. Toch is volgens haar voor sommige slachtoffers de soort straf niet het belangrijkste, maar vooral dat de dader voor de rechter heeft gestaan en te horen krijgt dat het niet goed is wat hij heeft gedaan. Voor andere slachtoffers, die bel last hebben van de gevolgen, is de straf te licht en niet in verhouding met de schade die zij hebben opgelopen. De meeste vrouwen willen ook voorkomen dat een ander hetzelfde gaat overkomen. Nuwenhoud denkt wel dat het goed zou kunnen dat de straffen steeds heftiger gaan worden door de bewustwording die is aan het ontstaan. “De rol van het slachtoffer wordt steeds belangrijker. Ik denk dat het helpt dat zoveel vrouwen protesteren. Dit zorgt voor meer aandacht.”

"Alles kan nog beter: het gebeurd nog steeds te veel en te vaak"

Ook de overheid speelt een grote rol in het oplossen van dit probleem. Zij kunnen namelijk beleid maken dat vrouwen beschermt en wetten aanpassen zodat daders de straf krijgen die ze verdienen. Maar wat vinden politieke partijen van het probleem en hoe denken zij dat het wordt aangepakt? De Jonge Democraten, de jongerenpartij van D66, zijn van mening dat er meer moet worden gedaan. Joris Hetterscheid, voorzitter van De Jonge Democraten, geeft aan dat Nederland het nog best goed doet in vergelijking met de rest van de wereld. Wel vindt hij dat het nog steeds te veel gebeurd en dat er dingen moeten veranderen: "Alles kan nog beter. het gebeurd nog steeds te veel en te vaak."

Volgens hem is het eerste probleem dat er niet hard genoeg wordt opgetreden tegen intimidatie tegen vrouwen. "Vrouwen die nu naar het politiebureau gaan, worden vaak niet serieus genomen." Met een soort training voor politie om met dit soort zaken om te gaan, zou volgens Hetterscheid al een goede oplossing zijn. Een andere factor die volgens hem meespeelt, is de bewustwording: "Vaak wanneer een manhet bij een vrouw doet, heeft hij niet door dat hij het doet. Het is belangrijk dat die bewustwording er veel meer komt.” 

Om het probleem te verhelpen, moet het volgens Hetterscheid veel meer bespreekbaar worden gemaakt, zoals bijvoorbeeld in het onderwijs. “Als je jongens op de middelbare school al duidelijk kunt maken 'Hey! Zo hoort het dus níét', zou al erg helpen.” Hetterscheid denkt dat er veel kan veranderen met Sigrid Kaag aan de leiding. "Kaag heeft al vaak in haar campagne gezegd dat vrouwen zich niet klein moeten laten maken. Ik denk dat Kaag echt wel degene is die daarvoor staat."

"We moeten het probleem veel structureler aanpakken"

Ook de jongerenpartij van het CDA, het CDJA, vindt dat er zowel preventief, als repressief iets moet gebeuren. Jeltje Straatman, persvoorlichtster van het CDJA, vindt dat Nederland gestructureerder aan de slag moet met dit probleem, omdat er op dit moment vooral aandacht aan wordt besteedt wanneer er een incident gebeurd dat vervolgens veel aandacht krijgt op social media, zoals Sarah Everard. "Ik denk dat het heel belangrijk is dat we, vooral ook in de politiek, niet van incident naar incident hoppen, maar dat we het probleem veel structureler moeten aanpakken.” Volgens Straatman hebben alle partijen wel door dat er iets gedaan moet worden, vooral als ze kijken naar de cijfers. "Ik denk dat er ook eerst een open debat moet worden gevoerd om te kijken waar het probleem vandaan komt en hoe het kan dat vrouwen zich steeds minder veilig voelen op straat."

Straatman vindt dat er aan die repressieve kant nog veel meer gedaan kan worden. Intimidatie is op dit moment namelijk nog niet strafbaar, al probeert minister Fred Grapperhaus van het CDA hier verandering in te brengen met een nieuw wetsvoorstel. Maar ook aan de preventieve kant is er nog genoeg te doen. School en opvoeding zijn belangrijk in het voorkomen van het probleem, geeft Straatman aan. "Het is een totaalpakket. Je kunt niet een van beiden weglaten in het oplossen van dit probleem." Toch is er nog een andere factor die meespeelt waar mensen liever niet over praten vertelt de persvoorlichter. Straatman denkt dat er ook een link is te leggen met niet helemaal geslaagde integratie. “Het is een tak die we hierbij moeten betrekken. Het is niet de enige reden van het probleem en dus ook niet de enige oplossing, maar als we die structureel negeren krijg je het probleem ook niet aangepakt."

Ze vraagt zichl af wat te veel onvoldoende gemixte wijken betekenen voor vrouwen en geeft aan dat het belangrijk is dat voorkomen moet worden dat we in Nederland een parallelle samenleving krijgen. "Je kunt de wijken waar je het liefste omheen loopt uitzoeken. Ik heb het idee dat we allemaal wel, als we die cijfers zien, schrikken en denken: hier moeten we iets aan doen, maar dat we niet helemaal comfortabel zijn om het aan dat integratiepunt te linken. Ik denk dat daar ook wel een verband tussen zit.”

Straatman zegt dat er natuurlijk niet een groep aan te wijzen is die het probleem is. "Maar laten we wel wezen: in die Islamitische landen is de verhouding tussen man en vrouw totaal anders. Vrouwen worden geacht daar zo lang mogelijk binnen te zitten. Als je die mensen te veel bij elkaar zet en onvoldoende laat integreren, zal je opnieuw die samenleving creëren waarin de Islamitische vrouwen binnen zitten en de Westerse vrouwen er eigenlijk niet meer durven te komen”

Wat zijn de oplossingen?

Er zijn nog een paar andere dingen die zouden helpen. Vrouwen zelf spelen ook een grote rol. Zoals Nuwenoud al zei: het slachtoffer begint steeds een grotere rol te krijgen. UN Women roept vrouwen dan ook op om hun persoonlijke verhaal te delen. Dit maakt het probleem namelijk duidelijker voor mensen en zo'n verhaal staat ook meteen op het netvlies gebrand. Daarnaast zorgt dit ervoor dat er meer cijfers vergaard kunnen worden. "Dat zorgt voor bewustwording en dan wordt het probleem ook serieuzer genomen door de politiek", legt Afzal uit. Maar de mannen spelen natuurlijk nog een grotere rol. "Mannen kunnen véél meer betekenen. Ze kunnen andere mannen aanspreken en ingrijpen wanneer ze het zien gebeuren. Deze mannen heb je nodig. Het is namelijk een mannenprobleem." 

​

​

Hoewel het onderwijs volgens Afzal zeker ook een grote rol speelt, denkt ze niet dat zij als enige de rol op zich moeten nemen om kinderen te leren dat het een probleem is. "Alle problemen in de maatschappij moeten altijd door het onderwijs worden opgelost. Er moet gepraat worden over seks, over drugs, er moet voorlichting worden gegeven over van alles. Daarom denk ik dat er een grote taak dus ook bij de ouders ligt." 

Zoals gezegd speelt ook de overheid hier een rol. De VVD zet vooral in op het hebben van een goed politieapparaat, maar UN Women en andere organisaties denken dat er vooral goed moet worden ingezet op preventie.

bottom of page